Laudatio Rijksakademie door Saskia Bos

Dames en Heren, beste collega's,

Beeldend kunstenaar en musicus John Cage zei eens "you can fool the fans but not the players". Hoe bijzonder is het dat AICA Nederland als organisatie voor kunstcritici niet een curator of criticus of museum, maar nu ook een postacademiale instelling voor beeldende kunst uitkiest, en naast de keuze voor Witte de With en een activiteit als Art Rotterdam- deze instelling uiteindelijk heeft verkozen om van de AICA de oorkonde voor 2016 te ontvangen. Ik feliciteer de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam daarmee van harte.

Het is te begrijpen dat men voor deze laudatio op zoek was naar iemand met een achtergrond in de actuele beeldende kunst en in kunsteducatie en ik ben vereerd aan de uitnodiging gevolg te geven om de loftrompet over de Rijksakademie af te steken. Na 21 jaar De Appel in Amsterdam te hebben geleid en daarna elf jaar Dean te zijn geweest van de School of Art van Cooper Union in New York, geeft dit mij de gelegenheid iets over de waarde en plek van het kunstonderwijs in de samenleving te zeggen en over het belang van kunstenaars die andere kunstenaars 'op weg helpen'. Opniew haal ik Cage over kunstonderwijs aan: "Nothing is a mistake. There is no win and no fail. There is only make." Ik bedoel met het 'op weg helpen' het stimuleren om die onafhankelijke kunstenaars/sensoren te worden en te blijven dankzij wie critici, filosofen, denkers, en iedereen die de kunst met belangstelling volgt, signalen ontvangen over waar de kunst zich om bekommert en soms ook waar de wereld naar toe gaat. En daarmee verplicht het kunstonderwijs zich ook te transformeren, en de overdracht, de 'transmission' steeds opnieuw te bekijken vanuit eigentijdse ontwikkelingen. De vertaling naar nieuwe generaties vraagt om betrokkenheid bij het heden. Is er de wil om te veranderen of wil men bewust rigide zijn? de externe invloeden weerstaan? Zoekt men naar een autoriteit buiten de eigen gelederen? Of zorgt affiniteit met wat er gaande is vanzelf voor osmose, een open blik, ook naar andere instellingen met wie men samen optrekt, in solidariteit maar ook uit overtuiging? Read more

AICA SALON – Jhim Lamoree over Museum Voorlinden

downloadAICA Nederland nodigt u van harte uit voor de AICA Salon in Arti et Amicitiae op 26 oktober, de eerste in een reeks informele, levendige ontmoetingsbijeenkomsten voor AICA-leden.

 

 

Op de eerste AICA Salon gaat AICA-voorzitter Robert-Jan Muller in gesprek met kunstcriticus Jhim Lamoree, over het onlangs geopende Museum Voorlinden. Hoe moeten we dit nieuwe museum nou eigenlijk beoordelen? Wat te denken van de collectie, de presentatie? Wat stelt het voor, wat beoogt het?

Read more

Uitnodiging AICA Oorkonde 2016

Het bestuur van AICA Nederland nodigt u van harte uit voor de uitreiking van de AICA Oorkonde 2016 aan de Rijksakademie van beeldende kunsten op vrijdag 21 oktober 2016. De officiële uitreiking vindt plaats in de Rijksakademie te Amsterdam. Saskia Bos, curator en voormalig directeur de Appel en ex-Dean Cooper Union, New York, spreekt een laudatio uit.

Programma:

16:30 – 17:00

Inloop en ontvangst

17:00 – 18:00

Welkom door Els van Odijk, directeur van de Rijksakademie

Welkom namens AICA door Robert-Jan Muller, voorzitter AICA Nederland

Laudatio door Saskia Bos, curator en voormalig directeur de Appel en ex-Dean Cooper Union, New York

Voorlezing juryrapport door Stefan Kuiper, jurylid

Uitreiking AICA Oorkonde 2016 door voorzitter AICA Nederland

Dankwoord Rijksakademie door Els van Odijk

18:00 – 19:00

Aansluitend drankje

Wij zien graag uit naar uw komst.

Namens het bestuur van AICA Nederland,

Robert-Jan Muller, voorzitter

RSVP: U wordt verzocht uiterlijk 17 oktober uw komst per e-mail te bevestigen aan aicanederland@gmail.com

Adres Rijksakademie: Sarphatistraat 470, 1018 GW Amsterdam.
http://www.rijksakademie.nl

AICA OORKONDE 2016 TOEGEKEND AAN RIJKSAKADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN

Rijksakademie 2016Amsterdam, 22 september 2016

AICA Nederland (Association Internationale des Critiques dArt) kent de AICA Oorkonde 2016 toe aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten.

Uit het juryrapport:

"De combinatie van professionaliteit op intellectueel en vaktechnisch gebied, de actuele stellingname, en de mix van deelnemers maken de Rijksakademie tot een onderscheidend topinstituut en een belangrijke speler in de internationale kunstwereld.

Niet alleen tijd en intellectuele expertise, maar ook ruimte, geld en goed geoutilleerde werkplaatsen met hooggekwalificeerde technici staan de deelnemers ter beschikking. Dat de Amsterdamse Rijksakademie vaak van doorslaggevend belang is voor de ontwikkeling van artistiek talent en substantieel bijdraagt aan een internationale doorbraak, staat vast. Het aantal kunstenaars dat na de Rijksakademie danwel in Nederland danwel elders in de wereld zijn vleugels uitslaat en een langdurige en bloeiende loopbaan in het taaie kunstenaarsberoep tegemoet gaat, is groot. De jury vindt het bijzonder dat deze instelling, ondanks de voortdurende onrust vanwege bezuiniging, al zo vele jaren van constante, hoge kwaliteit is".

Het volledige juryrapport is hier te lezen.

Directeur Els van Odijk van de Rijksakademie zegt in een reactie:

"Ik ben blij en trots op de toekenning van de AICA Oorkonde 2016. De erkenning van de impact van de Rijksakademie op het internationale kunstenveld en dit grote compliment voor de Rijksakademie van het professionele veld is fantastisch. Het sterkt ons in onze ambitie te blijven focussen op vernieuwing vanuit de inhoud en steeds het kunstenaarschap als startpunt te blijven nemen".

De jury voor de AICA Oorkonde 2016 bestaat uit de AICA leden Mirthe Berentsen, criticus en adviseur, Stefan Kuiper, recensent Oude Kunst voor de Volkskrant en Marina de Vries, hoofdredacteur Museumtijdschrift.

De twee andere genomineerde instellingen waren Art Rotterdam en Witte de With Center for Contemporary Art

De AICA Oorkonde wordt jaarlijks afwisselend toegekend aan een Nederlandse publicatie, een tentoonstelling en, in 2016, aan een instelling. De stemming werd gehouden onder de 180 leden van AICA Nederland, waaronder kunstcritici, universiteitsdocenten, conservatoren en onafhankelijke tentoonstellingscuratoren. In 2015 werd de AICA Oorkonde toegekend aan de publicatie 'Whispers: Ulay on Ulay' van Maria Rus Bojan (red.).

De uitreiking van de AICA Oorkonde 2016 vindt plaats op 21 oktober.

Voor meer informatie: aicanederland@gmail.com

Inaugurele rede prof. dr. Janneke Wesseling

Janneke WesselingErelid Janneke Wesseling is per 1 februari 2016 benoemd tot hoogleraar aan de Academie der Kunsten (ACPA), Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden, waar zij de leerstoel Praktijk en Theorie van het Onderzoek in de Beeldende Kunsten bekleedt.

U bent van harte uitgenodigd voor het bijwonen van de inaugurele rede Of Sponge, Stone, and the Intertwinement with the Here and Now. A Methodology of Artistic Research op 19 september aanstaande. Aansluitend zal er een receptie plaatsvinden.

Read more

Sven Lütticken en Sandra Smallenburg mentoren de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016

Prijs voor de Jonge KunstkritiekDe Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 zal op 16 december 2016 worden uitgereikt in het M HKA – Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen. Naast een hoofdprijs van 2.500 euro in de drie categorieën – Essay, Recensie en de open categorie ter stimulering van Innovatieve Kritiek – ontvangen de winnaars in de categorieën Essay en Recensie een jaar lang begeleiding van een persoonlijke mentor.

Het is met genoegen dat de organisatoren van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 de mentoren bekendmaken:

Essay
Sven Lütticken
kunstcriticus en -historicus

Recensie
Sandra Smallenburg
kunstredacteur bij NRC Handelsblad

Naast deze hoofdprijzen worden onder de genomineerden de volgende extra prijzen uitgereikt:

– Een volledig bekostigd bezoek aan een (buitenlandse) biënnale, tentoonstelling of manifestatie, t.b.v. een betaalde schrijfopdracht voor Metropolis M;
– Een begeleidingstraject van De Nieuwe Garde, stimuleringsplatform voor essayisten;
– Een schrijfopdracht voor de Prix de Rome 2017 via het Mondriaan Fonds.

Ook worden alle genomineerden lid van Club Witte de With en de Appel Club, wordt het winnende essay gepubliceerd in de Groene Amsterdammer en wordt een van de genomineerde essays geselecteerd door AICA Nederland voor vertaling en publicatie op de internationale AICA website.

Deelnemen kan door je nieuwe of recent gepubliceerde inzending te mailen naar inzending@jongekunstkritiek.net. De deadline voor de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 is 1 september 2016. Lees hier meer over de prijs.

Art Rotterdam, Rijksakademie en Witte de With genomineerd voor AICA Oorkonde 2016

Art Rotterdam, de Rijksakademie en Witte de With zijn genomineerd voor de AICA Oorkonde 2016. De jury voor de AICA Oorkonde 2016 presenteerde onlangs deze shortlist met kunstinstellingen die excelleerden in de jaren 2013,-14 en -15. De 180 leden van AICA Nederland kunnen gedurende een maand stemmen op de nominatie van hun voorkeur. De jury voor de Oorkonde 2016 bestaat uit Mirthe Berentsen, zelfstandig schrijver, criticus en adviseur, als beleidsmedewerker verbonden aan de Raad voor Cultuur, Stefan Kuiper, kunst- en architectuurhistoricus, publicist, als recensent Oude Kunst verbonden aan de Volkskrant en Marina de Vries, hoofdredacteur Museumtijdschrift. Het juryrapport is hieronder te lezen.

Inleiding juryrapport

Hoe bijzonder, en lastig, is het leven van een jurylid. Buitengewoon bewust van zowel de mogelijkheid om een favoriete organisatie of instelling te nomineren, als de verantwoordelijkheid om in tijden dat de kunst onder druk staat een politiek statement te maken. En er staan nogal wat organisaties en instellingen onder druk. Een deel van deze presentatie-instellingen voor beeldende kunst maakt zware tijden door. De kleinere, veelal stedelijke musea kampen met karige budgetten en minimale bezettingen. Experiment, cross-over en innovatie gaan per definitie niet gepaard met de tegenwoordig noodzakelijke grote bezoekersaantallen.

Maar alleen een fixatie op het statement vonden we te mager. En dus ging het gesprek al gauw over kwaliteit, over de cruciale, onderscheidende en uitmuntende bijdrage aan zowel de actuele stand van zaken in de kunst als aan een breed publieksbereik. Het liefst nomineerden we organisaties of instellingen die nationaal en internationaal een stevige positie innemen, zowel in de afgelopen als naar grote waarschijnlijkheid in de komende jaren. En die de agenda niet volgen, maar bepalen. Oftewel: waarin een klein land groots kan zijn.

Vanuit de AICA geldt een aantal criteria. De te nomineren instelling moet een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling en het zichtbaar maken van hedendaagse kunst en het denken daarover in Nederland. Het gaat om Nederlandse musea of presentatie-instellingen, maar ook om fondsen, ondersteunende organisaties, onderwijsinstellingen, werkplaatsen en kunstenaarsinitiatieven. Verder is de oorkonde een erkenning van specialisten en moet de jury uit eerste hand bekend zijn met de genomineerden.

Het kunstlandschap overziend, kwamen we tot een longlist van tien organisaties of instellingen, die zich de afgelopen drie jaar hebben onderscheiden met een kwalitatief uitstekende, eigenzinnige en toegankelijke programmering of beleid. In willekeurige volgorde: Kunsthal Kade, Rijksakademie van beeldende kunsten Amsterdam, Art Rotterdam, Witte de With Center for Contemporary Art, Stedelijk Museum Amsterdam, Ronmandos Galerie, Vleeshal Centrum voor Hedendaagse Kunst, Foam, Marres Huis voor Hedendaagse Cultuur, Jan van Eyck Academie.

Voor de drie genomineerden vonden we naast een actieve bijdrage aan het tonen en verspreiden van actuele kunst, ook een unieke en constante positie van belang, zowel nationaal als internationaal, naast een herkenbare en sterke eigen signatuur. De drie uitverkorenen zijn totaal verschillend, maar elk op hun eigen gebied top-of-the-bill: Art Rotterdam, een kunstbeurs die zich al jaren onderscheidt door een grote diversiteit en het talent om samenwerkingen aan te gaan. De Rijksakademie van beeldende kunsten, die kunstenaars vanuit alle windstreken de mogelijkheid biedt om in relatieve rust te werken aan verdieping, innovatie en ondernemerschap en daarmee wereldwijd een unieke positie inneemt. En Witte de With Center for Contemporary Art, omdat juist in deze tijd de experimentele, internationale en standvastige kwaliteit van dit kunstcentrum van grote betekenis is voor het Nederlandse kunstklimaat.

De drie genomineerden, in alfabetische volgorde:

ART ROTTERDAM

art rotterdam_hr_1
foto: Geert Broertjes

Le Monde riep hem uit tot een van de beste kunstbeurzen van het afgelopen jaar, en The Huffington Post zette hem in de lijst van 'beste winterbeurzen' van 2016, maar De Jury wist het al veel langer: Art Rotterdam is een uitstekende beurs, naar binnen- en waarom niet? – ook buitenlandse maatstaven. Dat zit hem in de omvang van het evenement: flink, maar niet zo flink dat het je begint te duizelen, en, sinds enkele jaren, in de locatie, dat prachtige glazen slagschip dat de Van Nellefabriek is (het staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst). Het zit hem ook in het vermogen van de beurs om zichzelf aan te kleden met para-zakelijke initiatieven.

Dat vermogen, zo weet iedereen die Art Rotterdam de afgelopen edities bezocht, is groot. Binnen enkele jaren heeft Art Rotterdam, onder leiding van artistiek directeur en medeoprichter Fons Hof, zich getransformeerd van die-andere-beurs-naast-de-KunstRAI tot een conglomeraat van presentaties en activiteiten die de havenstad tot 's lands toonaangevendste kunststad hebben opgewaardeerd. De randpresentatie met werk van startende kunstenaars die van het Mondriaan Fonds een Werkbijdrage Jong Talent ontvingen, Prospects and Concepts, hoewel wisselend van kwaliteit, is zo'n activiteit. Projections waar audiovisuele (lees: moeilijk verkoopbare) kunstwerken worden getoond een andere. Weer een andere: het ruimte bieden aan externe initiatieven als Club Solo (Breda) en presentaties van de Verbeke Foundation op het terrein van de fabriek. En dan zijn er nog de activiteiten elders in Rotterdam, officieel geen onderdeel van Art Rotterdam, maar wel ermee samenhangend en ontegenzeggelijk verrijkend, zoals afgelopen jaar: Joep van Lieshouts sculpturenpark (en volkstuinencomplex) AVL Mundo, een filmvertoning van Erik van Lieshout in de Pauluskerk, De Grote Kunstshow.

Overigens: de Rotterdamse selectie van galeries, zo'n honderddertig per editie, is prijzenswaardig. Zij omvat een aangename mix van binnen- en buitenlandse galeries (meer binnen- dan buitenlands), de meeste van hoog niveau, tonend: toegankelijke kunst, alsook conceptueel/minder makkelijk in het oog liggend werk. Anders gezegd: op Art Rotterdam kun je een vrolijk schilderij van Erik Mattijssen (bij Nouvelles Images) voor boven de eettafel kopen, maar ook die lastiger in het interieur in te passen glazen-bakstenen sculptuur van Maria Roosen (bij Fons Welters). Die diversiteit is zeer prettig voor bezoekers: na een bezoek (of meerdere bezoeken) heb je het gevoel helemaal bij te zijn qua Nederlandse contemporaine kunst.

En daar is behoefte aan, zo blijkt ook uit de bezoekerscijfers. Die stegen gestaag tot het punt dat verdere groei niet mogelijk lijkt: van 16.000 in 2013 tot 21.500 in 2014 tot 25.000 in 2016.

RIJKSAKADEMIE VAN BEELDENDE KUNSTEN

Rijksakademie_Open_2014_01

De Rijksakademie is een hogere kunstopleiding met postdoc-status, maar waag het niet om de deelnemers studenten te noemen. De talenten die zich hier vanuit de hele wereld aanmelden, en mogelijk door de selectie komen, zijn immers al geschoold, en hebben al gekozen voor het beroep kunstenaar.

Waarom ze als resident-artist naar de Rijksakademie komen? Omdat het kunstenaarsberoep een eenzaam beroep is, omdat het na de opgedane basisvaardigheden lastig is om op eigen houtje een volgende, nieuwe stap te zetten en het eigen werk naar een hoger plan te tillen. Het is in de wereld ongekend om een of twee jaar in relatieve rust en onder begeleiding van gerenommeerde collega's verder te schaven aan het eigen werk en het ondernemerschap verder te ontwikkelen. Niet alleen tijd en intellectuele expertise, maar ook ruimte, geld en goed geoutilleerde werkplaatsen met hooggekwalificeerde technici staan de deelnemers ter beschikking. De mogelijkheid voor deelnemers om zich volledig te concentreren op het eigen werk, tijdelijk losgezongen van de vraag of het geld oplevert, de mogelijkheid om een sterke, eigen signatuur te ontwikkelen in de geboden ruimte voor vernieuwing, verdieping en experiment na een paar jaar beroepservaring, geven de Rijksakademie internationaal gezien een unieke positie. Wat ook van doorslaggevend belang is voor zowel het eigen werk als voor de carriere is de mix van residents van Afrikaans tot Aziatisch en van Amerika tot Nederland. De uitwisseling van gedachten, opvattingen en kennis, en het smeden van een internationaal netwerk dragen substantieel bij aan kwaliteit, wederzijds begrip en carrieremogeljkheden. Daarbij beperkt de expertise van de Rijksakademie zich niet tot een enkele discipline, maar worden alle disciplines bestreken, en cross-overs aangemoedigd.

Dat de Rijksakademie vaak van doorslaggevend belang is voor de ontwikkeling van artistiek talent en substantieel bijdraagt aan een internationale doorbraak, staat vast. Het aantal kunstenaars dat na de Rijksakademie danwel in Nederland danwel elders in de wereld zijn vleugels uitslaat en een langdurige en bloeiende loopbaan in het taaie kunstenaarsberoep tegemoet gaat, is groot. Hun werk komt terecht in de Nederlandse galeries en musea, maar ook op belangrijke biennales, de documenta en grote, buitenlandse musea. Onder de belangrijkste kunstenaars van de wereld bevindt zich een aanzienlijk aantal voormalige Rijksakademie-residents.

De jury vindt het bijzonder dat deze instelling, ondanks de voortdurende onrust vanwege bezuiniging, al zo vele jaren van constante, hoge kwaliteit is.

De combinatie van professionaliteit op intellectueel en vaktechnisch gebied, de actuele stellingname, en de mix van deelnemers maken de Rijksakademie tot een onderscheidend topinstituut en een belangrijke speler in de internationale kunstwereld. Ook voor het niveau van en het debat over hedendaagse kunst in Nederland is de Rijksakademie onmisbaar.

WITTE DE WITH CENTER FOR CONTEMPORARY ART

cea4f827-9f41-4ab4-8415-78a9397bdba1

Sinds de oprichting in 1990 heeft de Rotterdamse instelling Witte de With een bijzondere en unieke rol in het Nederlandse kunstenveld weten in te nemen. De grote kracht van Witte de With ligt in de experimentele, internationale en standvastige kwaliteit evenals in de ongrijpbaarheid van de instelling. Is het een museum voor moderne en hedendaagse kunst, een galerie, een debatcentrum, onderzoeksinstelling of kunstenaarsinitiatief? Op geheel eigen wijze leveren zij een bijdrage aan het ontdekken en presenteren van zowel de jonge als de gevestigde orde, door baanbrekende en vooruitziende tentoonstellingen, events en manifestaties te organiseren. Daarbij slaan ze op een experimentele, intellectuele maar niet onbegrijpelijke manier een brug tussen theorie en praktijk, werk en kunstenaar, concept en thema.

Bij Witte de With staat de samenwerking centraal en krijgen individuele kunstenaars, curatoren, schrijvers, academici en lokale en internationale kunstinstellingen de gelegenheid om hun concepten in vrijheid uit te werken en te presenteren. Tegelijkertijd is er bij Witte de With ruimte voor een breder debat over kunst en haar functie in de politiek en samenleving, op zowel een lokaal als mondiaal niveau. Dit blijkt onder meer uit het hoge niveau van de publicaties en de talloze (inter)nationale samenwerkingen met academies, instellingen en musea. Zoals dOCUMENTA, New Museum, MAMA, de Neue Nationalgalerie, Royal College of Art, De Appel en het Asia Art Archive.

Witte de With is door het aantrekken van (inter)nationaal toonaangevende curatoren, kunstenaars, schrijvers en bovendien directeuren constant in staat om een dialoog aan te gaan met de internationale kunstwereld en een belangrijke speler te zijn zowel binnen als buiten de landsgrenzen. Zo heeft de artistieke visie van de huidige directeur Defne Ayas ervoor gezorgd dat Witte de With in de afgelopen jaren steeds toegankelijker is geworden. Na jaren van splendid isolation is het gelukt om steeds meer bezoekers naar het pand aan de Witte de Withstraat te krijgen, zowel professionals, toeristen, als 'gewone Rotterdammers'. Direct zichtbaar is deze openheid in het gestegen aantal jaarlijkse bezoekers van 36.000 (een stijging van 60 procent ten opzichte van 2011).

Toen na het eerste kabinet Rutte de gevolgen van de bezuinigingen geleidelijk steeds duidelijker voelbaar werden in de gehele culturele sector, was Witte de With in staat om een goede en hoge kwaliteit te behouden, voldoende eigen inkomsten te genereren en niet te kiezen voor een veilige en slechts commercieel interessante programmering. Dit resulteerde in een aantal prachtige tentoonstellingen, projecten en publicaties zoals Art in the Age of… met werken van onder meer James Bridle, Claire B. Evans en Thomson & Craighead, The Temptation of AA Bronson, die de AICA oorkonde voor beste tentoonstelling in 2014 ontving, Bit Rot met werken van en verzameld door Douglas Coupland, The Crime Was Almost Perfect over misdaad en esthetiek en de huidige tentoonstelling WERE IT AS IF van Bik Van der Pol.

juni 2016

Voor het persbericht klik hier: Read more

Oproep: de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016

Jonge kunstcritici tot 35 jaar worden van harte uitgenodigd om deel te nemen aan de vijfde editie van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek. De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek is een stimuleringsprijs voor een nieuwe generatie critici en essayisten uit het Nederlands-Vlaams taalgebied, die schrijft over hedendaagse beeldende kunst. De prijs is een initiatief van de Appel arts centre Amsterdam, Witte de With Center for Contemporary Art Rotterdam en het Mondriaan Fonds, in samenwerking met Stedelijk Museum Amsterdam, STUK – Huis voor Dans, Beeld en Geluid Leuven, M HKA – Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen en Van Abbemuseum Eindhoven. Met deze prijs willen de organisatoren investeren in de toekomst van een hoogstaand kunstdiscours dat, zonder verlies van kwaliteit, ook toegankelijk is voor lezers met minder expertise op dit gebied. In 2016 wordt de prijs ondersteund door (media)partners De Groene Amsterdammer, Knack, H_ART, Metropolis M, Rekto:Verso, Tubelight, Exhibitionist, AICA Nederland, Domein voor Kunstkritiek en De Nieuwe Garde.

De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek richt zich op jonge schrijvers (tot 35 jaar). Naast een geldprijs per categorie, krijgen de winnaars ook een persoonlijke mentor aangeboden die hen een jaar lang intensief begeleidt bij het maken van keuzes en het realiseren van nieuwe kritieken. Daarnaast worden praktische beloningen beschikbaar gesteld door de partners van de prijs in de vorm van bijvoorbeeld een residentie, masterclass, begeleidingstraject, of een gerichte schrijfopdracht. De winnende teksten worden gepubliceerd in samenwerking met de mediapartners. Deelname is mogelijk in drie onderdelen. Naast de bestaande onderdelen Essay en Recensie formuleert de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek voor deze vijfde editie van de prijs een open categorie ter stimulering van Innovatieve Kritiek, in navolging van een categorie Internetkritiek (2010) en Visuele Kritiek (2012). Hierbij volgt de prijs de meest actuele ontwikkelingen in de nationale en internationale (kunst)journalistiek, waarin nieuwe en hybride vormen ontstaan die samenhangen met mogelijkheden die de zogenaamde nieuwe media bieden. Alle mogelijke vormen van kunstkritiek kunnen hierbij aan de orde komen, van gecombineerde kritieken die gebruikmaken van tekst en beeld, tot innovatieve en mogelijk interactieve vormen van (visuele) kritiek en besprekingen via blogs, Twitter, Facebook, Instagram, YouTube, en andere media.

Als startschot voor de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 is voormalig prijswinnaar Thijs Lijster (freelance schrijver voor o.a. De Groene Amsterdammer, universitair docent kunst- en cultuurfilosofie aan de RUG, en winnaar van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2010) uitgenodigd om zijn visie op het belang van de kunstkritiek toe te lichten. Lijster verkent wat voor hem de belangrijkste bestanddelen zijn voor goede kunstkritiek. Hierin stelt hij onder andere, verder bouwend op zijn bevindingen uit de publicatie Spaces for Criticism (Valiz, 2015), dat kunstkritiek ook een vorm van cultuur- dan wel maatschappijkritiek moet zijn. De vraag rijst of dit strijdig zou zijn met de dienstbaarheid van de criticus aan het kunstwerk, en of hiermee het kunstwerk tot conversation piece wordt gereduceerd. Dit is niet het geval, of hoeft niet zo te zijn, betoogt Lijster. Sterker nog: Het kunstwerk wordt juist onrecht aangedaan wanneer het zuiver esthetisch wordt opgevat.

Naast Thijs Lijster zal ook Birgit Donker (directeur Mondriaan Fonds) haar opvattingen over de kunstkritiek delen in De Groene Amsterdammer. In het kader van de stimuleringsprijs voor Innovatieve Kritiek verkent Donker de actuele ontwikkelingen en houdt ze een pleidooi voor experiment met nieuwe vormen van online media in de kunstkritiek en daarbuiten.

Prijzen

De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek wil jonge kunstcritici de mogelijkheid bieden hun talenten verder te ontwikkelen en ze een extra duwtje geven in de richting van een professionele loopbaan. Daarom zullen de winnaars van de hoofdprijs in de kernonderdelen Recensie en Essay opnieuw, naast een geldprijs van 2.500 euro per categorie, ook een persoonlijke mentor aangeboden krijgen die hen een jaar lang zal begeleiden in het schrijven en realiseren van nieuwe kritieken. Wie deze mentoren zullen zijn, wordt binnenkort bekendgemaakt. Aan de winnaar van de stimuleringsprijs Innovatieve Kritiek wordt eveneens 2500 euro uitgereikt. Naast deze hoofdprijzen worden onder de genomineerden verschillende extra prijzen uitgereikt en (publicatie)mogelijkheden aangeboden, waaronder:

– Het winnende essay zal worden gepubliceerd in De Groene Amsterdammer;

– Volledig bekostigd bezoek aan een (buitenlandse) biennale, tentoonstelling of manifestatie, t.b.v. een betaalde schrijfopdracht voor Metropolis M;

– Een van de winnende essays zal worden vertaald t.b.v. publicatie op de internationale website van AICA;

– Begeleidingstraject van De Nieuwe Garde, stimuleringsplatform voor essayisten;

– Een schrijfopdracht voor de Prix de Rome 2017 via het Mondriaan Fonds;

– Alle genomineerden krijgen een gratis lidmaatschap van Club Witte de With en de Appel Club.

Inzendingseisen en Jury

De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 is bedoeld voor talent onder de 35 jaar. De initiatiefnemers roepen op tot bijdragen die getuigen van het vermogen om op een genuanceerde en verdiepende manier een kritische mening uit te dragen. Deelnemers kunnen inzenden in de onderdelen Essay, Recensie en Innovatieve Kritiek. De inzendingen worden in alle onderdelen?beoordeeld op stijl, coherentie, opbouw, (contextuele) informatie en toegankelijkheid. Voor de categorie Innovatieve Kritiek wordt verder gelet op creativiteit, relatie vorm-onderwerp, kritisch vermogen en visuele meerwaarde. Voor deze derde, open categorie worden geen eisen gesteld aan lengte of (technisch) format. Inzendingen Innovatieve Kritiek mogen individueel gemaakt worden, maar ook in teams.

Meer informatie over de criteria en voorwaarden is te vinden op http://jongekunstkritiek.net

De jury van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 staat onder voorzitterschap van Sandra Smallenburg (kunstredacteur bij NRC Handelsblad) en bestaat verder uit Jan Postma (kunstcriticus en kunstredacteur bij De Groene Amsterdammer en oud-hoofdredacteur van Hard//Hoofd), Wouter Hillaert (freelance criticus en podiumredacteur bij Rekto:Verso), Max Bruinsma (onafhankelijk design- en kunstcriticus), Anne Ruygt (freelance curator, onderzoeker en schrijver) en Dave Mestdach (filmcriticus Knack Focus). Deelnemen aan de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 kan door je inzending te mailen naar inzending@jongekunstkritiek.net.

De deadline voor inzendingen is 1 september 2016.

De uitreiking van deze vijfde editie van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek zal plaatsvinden in december 2016 bij het M HKA – Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen.

Meer informatie:

www.jongekunstkritiek.net

info@jongekunstkritiek.net

Negatieve adviezen Raad voor Cultuur verandert landschap instellingen voor hedendaagse kunst dramatisch

150908-AICA-woordmerk-1

De Raad voor Cultuur heeft zijn advies in het kader van de Culturele Basis infrastructuur (BIS) voor de periode 2017-2020 afgeleverd voor onder meer de presentatie instituten op het gebied van hedendaagse kunst. Vier belangrijke instellingen worden zeer verschillend beoordeeld.

BAK Basis voor Actuele Kunst in Utrecht en Witte de With in Rotterdam hebben een positief advies gekregen vanwege hun relevante artistieke programma. Bij Witte de With worden speciaal uitgelicht het actieve en succesvolle educatieve programma en de toekenning van de AICA oorkonde 2014 voor de tentoonstelling 'The Temptation of A.A. Bronson'.

De Appel in Amsterdam en Stroom Den Haag hebben beiden een negatief advies gekregen en krijgen, als het aan de Raad ligt, geen subsidie meer. Stroom vanwege de onduidelijke positie binnen Den Haag als zowel presentatie instituut als adviesorgaan voor de gemeente, maar vooral omdat de eigen inkomsten norm met 11 % onder de norm blijft van de vereiste 19,5 %. De Appel krijgt een negatieve beoordeling wegens 'ontoegankelijke tentoonstellingen' en het artistieke programma dat, volgens de Raad, een behoudende koers volgt. Het verwijt dat aan De Appel wordt gemaakt is, dat de problemen rond het vertrek van de directeur, m.a.w. de positie van het bestuur ten opzichte van de artistieke leiding, niet wordt gereflecteerd in de subsidieaanvraag. Dit geeft de Raad blijkbaar geen vertrouwen in de toekomstige bestuursstructuur.

Met deze adviezen en beoordelingen verandert het landschap, althans in de randstad, van de presentatie instellingen voor hedendaagse kunst dramatisch. Wellicht dat de gemeenten nog te hulp kunnen schieten. Echter, een negatief advies van de RvC is geen goede instap voor een positief advies op lokaal niveau.

 

Presentatie twee delen Kunstkritiek in Nederland 1885-2015

kunstkritiekrealisme
nai010 uitgevers en Museum MORE organiseren een
speciale middag over de ontvangst van het realisme in de jaren twintig
en dertig in Nederland op vrijdag 27 mei 2016 om 14.00 uur in de
evenementenzaal van Museum MORE.

Tijdens deze middag zullen twee delen uit de reeks Kunstkritiek in
Nederland 1885-2015 worden gepresenteerd:
Jan de Vries en Marijke de Groot, Van sintels vuurwerk maken.
Kunstkritiek en moderne kunst 1905-1925
Mieke Rijnders, Realisme in Nederland. Critici kiezen positie
1925-1945

AICA Nederland is ondersteunend partner in de reeks uitgaven Kunstkritiek in Nederland.

Programma
Welkom door Ype Koopmans, artistiek directeur van
Museum MORE.
Peter de Ruiter, initiatiefnemer en hoofdredacteur van de
reeks Kunstkritiek in Nederland 1885-2015 geeft een toelichting
op de serie.
Jan de Vries, Een nieuwe realiteit: modernisme, abstractie
en realisme
. De Vries bespreekt hoe het modernisme in de
schilderkunst aan het begin van de twintigste eeuw een opstap
was voor een nieuwe weergave van de werkelijkheid en hoe de
critici dit proces interpreteerden en beoordeelden.
Mieke Rijnders,De terugkeer van het realisme in het brandpunt
van de artistieke actualiteit in Nederland
. Rijnders laat
zien welke rol Nederlandse kunstcritici speelden in de doorbraak
van het nieuwe realisme en bij het aanwijzen van boegbeelden
als Pyke Koch en Carel Willink. Hoe definieerden zij
de artistieke betekenis van deze tendens tijdens het interbellum
en in de aanloop naar de Tweede Wereldoorlog?
Overhandiging eerste exemplaar.
Afsluiting met een drankje.
Datum: vrijdag 27 mei, inloop vanaf 13.30.
Locatie: Evenementenzaal, Museum MORE, Hoofdstraat 28,
7213 CW Gorssel.
Toegang: Voor dit evenement is de entree gratis, graag even melden bij
de receptie.
Reserveren: Het aantal plaatsen is beperkt. Wij verzoeken u vriendelijk
u z.s.m. aan te melden per e-mail: rsvp@nai010.com met uw volledige
naam, telefoonnummer en vermelding van 27 mei.