Sunday Seminar: fotografiekritiek en de receptiegeschiedenis van Ed van der Elsken

De receptiegeschiedenis, waaronder het onderzoek naar tentoonstellingsrecensies, vertelt ons veel over de ontwikkeling van een kunstdiscipline. Hoewel het Stedelijk Museum fotograaf Ed van der Elsken al volgt sinds de jaren 50 en inmiddels zijn derde grote overzichtstentoonstelling organiseert, is het pas sinds de jaren 80 en 90 dat zijn werk met enige zwaarte in de kunstkritiek behandeld wordt. Hoe hebben critici naar zijn werk gekeken en hoe is hun visie erop in de loop der tijd veranderd?

Tijdens deze middag in het Stedelijk Museum Amsterdam lichten auteurs van Tussen kunst en document. Fotografiekritiek in Nederland 1980 – 2015 Frits Gierstberg en Anne Ruygt hun conclusies toe van hun onderzoek naar de ontwikkeling van de Nederlandse fotografiekritiek sinds 1980. Conservator Hripsim Visser zoomt in op de receptiegeschiedenis van Ed van der Elsken. Schrijver Roel Bentz van den Berg zal een voordracht houden van zijn bespreking uit 1995 van Van der Elskens liefdesfotos, zoals opgenomen in Tussen kunst en document. Met criticus Taco Hidde Bakker gaan de auteurs in gesprek over actuele ontwikkelingen in de fotografiekritiek, met als uitgangspunt de vraag: welke perspectieven zijn denkbaar voor een hedendaags begrip van het werk van Van der Elsken?

Dit programma is samengesteld met steun van nai010 uitgevers naar aanleiding van de publicatie Tussen kunst en document. Fotografiekritiek in Nederland 1980 2015 (Frits Gierstberg en Anne Ruygt, nai010 uitgevers, 2016).

Tussen kunst en document is een bloemlezing van de mooiste fotografiekritieken van de afgelopen vijfendertig jaar, met bijdragen van onder anderen Hans Aarsman, Hans den Hartog Jager en Maritte Haveman over bekende fotografen als Robert Frank, Nan Goldin en Allan Sekula en over onderwerpen als World Press Photo, de plek van amateurfotografie en de fotograaf als luie schilder.

Deze publicatie is het negende deel in de elfdelige reeks Kunstkritiek in Nederland 1885-2015, een initiatief van dr. Peter de Ruiter (Rijksuniversiteit Groningen) en dr. Jonneke Jobse (voorheen VU) en uitgegeven door nai010 uitgevers. De reeks is mede mogelijk gemaakt door de genereuze steun van het Prins Bernhard Cultuurfonds en AICA Nederland.

Na afloop is de publicatie verkrijgbaar voor 34,95. Bij aankoop van twee delen uit de reeks geldt een speciale korting van 10 euro.

Sunday Seminar
Datum: 12 februari 2017
Tijd: 15:00 – 16:30
Locatie: Teijn Auditorium, Stedelijk Museum Amsterdam
Reserveren kan hier.

AICA Salon + Nieuwjaarsborrel

naamloos

Het museum: zuurstof voor de stad?
met Steven ten Thije, auteur van Het geëmancipeerde museum

Dinsdag 10 januari
Locatie: Arti et Amicitiae, Rokin 112, Amsterdam
Aanvang: 17.30 uur
Toegang gratis

AICA Nederland nodigt u van harte uit om samen met het AICA-bestuur het glas te heffen op het nieuwe jaar. De Nieuwjaarsborrel vindt op 10 januari plaats in Arti et Amicitiae, en wordt vooraf gegaan door een nieuwe AICA Salon, over het belang van kunstmusea in een samenleving die steeds meer uiteenvalt.

Gastspreker is Steven ten Thije, kunsthistoricus, onderzoeker en verbonden aan het Van Abbemuseum als coördinator van de Europese museumconfederatie L'Internationale. In opdracht van het Mondriaan Fonds schreef hij het essay Het geëmancipeerde museum, 2016 (voor 8,99 te koop via Bol.com). Volgens Ten Thije nestelen de spanningen tussen hoog en laag, nieuwkomer en autochtoon, rijk en arm zich stilletjes als betonrot in de fundamenten van het museum.

Roos van der Lint, kunstredacteur bij De Groene Amsterdammer, gaat hierover met hem in gesprek.

Aansluitend proosten we op het nieuwe jaar. Ook kan er gedineerd worden in de sociëteit (op eigen kosten, normaal alleen mogelijk voor Arti-leden). Hier is een beperkt aantal plaatsen voor gereserveerd, dus op de avond gelieve tijdig aan te geven als u mee wilt eten.

Programma AICA Salon & Nieuwjaarsborrel:
Inloop: 17.00 uur
Aanvang: 17.30 uur
Borrel: 18.15 uur
Diner: 19.00 uur

Winnaars Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016

15591594_1002033726567355_6105400656064689236_oDe winnaars van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 zijn op vrijdag 16 december jl. bekendgemaakt, tijdens de feestelijke uitreiking in het M HKA Antwerpen.

Laurie Cluitmans won de hoofdprijs in de categorie Essay en Brenda Tempelaar mocht in de categorie Recensie de hoofdprijs in ontvangst nemen.

uitnodiging-de-prijs-voor-de-jonge-kunstkritiek-2016-722x1024hoofdprijs 
Essay
Laurie Cluitmans
Zij ontvangt een geldprijs van 2.500 euro, een jaar lang begeleiding van Sven Lütticken, een jaarlidmaatschap van AICA Nederland en een jaarabonnement van H ART magazine. Bovendien wordt haar essay gepubliceerd in De Groene Amsterdammer.

hoofdprijs
Recensie 

Brenda Tempelaar
Zij ontvangt een geldprijs van 2.500 euro, een jaar lang begeleiding van Sandra Smallenburg, een jaarlidmaatschap van AICA Nederland en een jaarabonnement van H ART magazine.

Julia Mullié wordt uitgenodigd tot het schrijven van een tekst voor de Prix de Rome 2017 en Sébastien Hendrickx krijgt een schrijfopdracht voor Metropolis M, waarvoor hij een bekostigde internationale reis mag maken. Sophia Zürcher ontvangt een begeleidingstraject van De Nieuwe Garde en haar winnende essay wordt op Knack.be gepubliceerd. Het essay van Nele Wynants is hier na te lezen en zal worden vertaald en gepubliceerd op de internationale AICA website.

Alle genomineerden worden lid van de Appel Club en Club Witte de With en krijgen een jaarabonnement aangeboden door Metropolis M.

In de categorie Innovatieve Kritiek zijn twee stimuleringsprijzen toegekend, aan Evelyn Simons en aan Stefan Ruitenbeek en Kate Sinha. De jury wil hen graag aanmoedigen hun innovatieve praktijk verder te ontwikkelen, waarvoor een bijdrage aan hun praktijk wordt aangeboden in de vorm van een mentor, werkbijdrage en/of cursus naar keuze.

Uit het juryrapport: “Laurie Cluitmans schreef met ‘De mogelijkheid van een tuin’ een lyrische reportage over de tuin van de overleden cineast Derek Jarman. Ze verweeft haar eigen observaties soepel met passages uit Jarmans leven en met achtergronden over zijn films, maar ook met verwijzingen naar maatschappelijke ontwikkelingen. Voor haar prachtige, liefdevolle essay beloont de jury Laurie Cluitmans met de hoofdprijs.”

“Brenda Tempelaar schreef met ‘Een verschil dat je niet kunt zien’ een uiterst origineel stuk, dat op slimme wijze een aantal recente ontwikkelingen met elkaar verweeft: het ontslag van Lorenzo Benedetti bij de Appel, zijn samenwerking met het kunstenaarsduo gerlach en koop en de tentoonstelling van gerlach en koop in het Bonnefantenmuseum. Het is een tekst die de jury meerdere keren wilde teruglezen omdat hij hier en daar wat cryptisch was, maar ook een tekst die bij iedere lezing een stukje beter werd. Dat zegt iets over de gelaagdheid van deze recensie, die vol mooie observaties zit. De jury kent Brenda Tempelaar daarom de hoofdprijs toe.”

De Prijs voor de Jonge Kunstkritiek is een stimuleringsprijs voor een nieuwe generatie critici en essayisten uit het Nederlands taalgebied, die schrijft over hedendaagse beeldende kunst. De prijs is een initiatief van de Appel arts centre Amsterdam, Witte de With Center for Contemporary Art Rotterdam en het Mondriaan Fonds, in samenwerking met Stedelijk Museum Amsterdam, STUK – Huis voor Dans, Beeld en Geluid Leuven, M HKA – Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen en Van Abbemuseum Eindhoven.

Verbeeldingen van de werkelijkheid: verleden, heden en toekomst in een fictioneel kader

door: Nele Wynants, winnaar 'basisprijs' categorie Essay van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016

Fictief museum

‘Vandaag de fantastische expo bezocht van Thomas Bellinck – een aanrader !!’ twitterde Guy Verhofstadt op 29 mei 2013. Met zijn lofbetuigingen verzekerde de liberale fractieleider in het Europees Parlement het project van de jonge kunstenaar van een ruime media-aandacht. Bellincks tentoonstelling Domo de EÅ­ropa Historio en Ekzilo plaatst de bezoeker meer dan een halve eeuw vooruit in de toekomst, om vanuit het perspectief van het jaar 2063 terug te kijken naar het begin van de eenentwintigste eeuw. In opeenvolgende etappes schetst de tentoonstelling de opgang, het hoogtepunt en het verval van de Europese Unie en biedt zo een ontwrichtende terugblik op het Europa van vandaag. De expositie werd voor het eerst opgebouwd in een leegstaand pand in de Brusselse Europawijk, op een boogscheut van waar binnenkort het ‘echte’ House of European History de deuren zal openen – een grootschalig museum rond de geschiedenis van de Europese Unie. Bellinck maakte alvast zijn eigenzinnige versie van de denkoefening.

Domo de Eŭropa Historio en Ekzilo (‘Huis van de Europese Geschiedenis in Ballingschap’) is een bureaucratisch labyrint. De vorm herinnert aan een ouderwets herdenkingsmuseum. Op zijn eentje dwaalt de bezoeker langsheen gedateerde vitrines met stoffige poppen, oude landkaarten, maquettes en gadgets zoals een vergeeld charter van de Nobelprijs voor de Vrede en ingekaderde richtlijnen over de minimumlengte van bananen, tomaten en preistengels. In Esperanto, Engels, Frans en Nederlands kan de bezoeker lezen hoe de EU-periode van ‘Lange Vrede’ gedomineerd werd door corruptie, commerciële lobby en eigenbelang. Ondanks de verwoede pogingen van de Europese politici om de unie bij elkaar te houden via handelsakkoorden, wetgevingen en richtlijnen – die dan in dertig verschillende talen vertaald dienden te worden – kwamen er scheuren in de Unie die in Bellincks ‘museum van de toekomst’ uiteindelijk ergens in de jaren 2060 barst. Het museum is opgezet door de ‘Vrienden van een Herverenigd Europa’ ter herdenking van dit utopisch Europees project.

Read more

Winst- en verliesrekening van de recensent – door Sandra Smets

holymanandtiger-40cmx
Jan Hoek, Holy Man and Tiger, 2016, fotoprint, 40 x 27 cm, collectie kunstenaar. Foto: Stedelijk Museum Schiedam

Een paar weken geleden zat ik in Stampa, een talkshow in W139 georganiseerd door Sacha Bronwasser en Bob Witman, bij het onderdeel ‘Het Weerwoord’. Daarin gaan een recensent en gerecenseerde in gesprek. Dit keer ging het om mijn recensie in NRC van de tentoonstelling van Jan Hoek in het Stedelijk Museum Schiedam, die ik in het kader van het sterren- of ballensysteem één bal had gegeven.

Kort samengevat: Jan Hoek maakt fotoportretten van zwakkeren uit de samenleving die hij respectvol wil portretteren, schoonheid en allure wil schenken, en daarmee de grenzen van de geijkte schoonheidsidealen wil oprekken. Toen ik door de tentoonstelling liep, had ik het gevoel dat het tegenovergestelde gebeurde, en ik een galerij zag van mensen die waren geselecteerd op het feit dat er iets met ze aan de hand is. Zodoende heb ik de morele kaart getrokken, zoals Sacha het noemde.

Op mijn recensie in juli hoorde ik niets, tot mijn verbazing, niet wetende dat deze kunstenaar – zelf schrijver – via een oproep op Facebook een onderzoek was begonnen: hoe vergaat het kunstenaars die een vernietigende of één-ster-recensie krijgen in een krant? Hij sprak Marc Mulders en Erwin Olaf, en enkelen uit andere artistieke vakgebieden. Dat stuk plaatste hij op Vice. Zijn conclusie was dat die kunstenaars er nog steeds waren, niet hadden geleden onder de negatieve besprekingen, en dat het voor hem dus ook wel zou meevallen. Ik denk dat hij gelijk heeft. Hij is iemand die de controverse opzoekt en als dan iedereen je kunst oké vindt, slaag je daar in zekere zin niet in. Misschien heb ik hem wel een gunst bewezen? Deze negatieve recensie heeft hij bovendien via zijn onderzoek positief ingekapseld, in zijn voordeel omgezet. Dat is zeker een compliment waard.

Wat me in zijn artikel opviel was dat hij moeite had gehad om recensies met één ster te vinden. Je kunt er inderdaad niet op zoeken online, maar ik denk dat er toch heel wat van zijn. Ikzelf was er bijvoorbeeld al een vergeten: de middag voor de talkshow was ik even bij mijn ouders en mijn vader zei ‘o ja, dat heb je eerder gedaan, één ster’. Mijn moeder haalde de knipselmap erbij en zowaar: een vernietigende recensie – ik heb het niet willen onthouden. Het was namelijk erger dan die voor Jan Hoek omdat het nu geen kunstenaar betrof die controverse opgezocht, maar die een diep persoonlijk rouwproces had omgezet in schilderijen. Schilderijen waarvan ik in de krant schreef dat ze oppervlakkig waren. Mijn vader wist nog dat ik ermee in mijn maag had gezeten en de redactie had gebeld om te overleggen of dit zinvol en terecht was. Zo geschiedde. En natuurlijk kreeg ik boze lezersbrieven dat ik harteloos was.

Toch werpt dat bij mij de vraag op of zulke recensies wel moeten. Je doet iemand wat aan, wat heeft het precies voor zin? Natuurlijk, treed je in het publieke domein met je werk, dan kan dat gebeuren. Maar is dat genoeg argumentatie? Levert het wat op? Ik vermoed dat als je de kunst terzijde laat liggen waar je één of twee ballen aan zou geven, en je je enkel richt op positiever verhalen, dat een verslapping ontstaat in de berichtgeving. Dan is alle kunstjournalistiek of -kritiek een pr van de kunstwereld. Die brave aanpak detoneert bij andersoortige serieuze journalistiek.

Er zitten natuurlijk nadelen aan het huidige systeem. Hoe vat je een tentoonstelling samen in ballen? Problematisch is ook het beperkte aantal woorden. Ik legde Jan Hoek uit dat ik niet per se bedoel dat hij harteloos was in de tentoonstelling maar dat verschillende verhaallijnen en strategieën tegen elkaar in werkten. Hierdoor werd het effect bewerkstelligd dat ik vond dat de mensen werden geëtaleerd op hun gebrek. Het is ‘ik’ in de tentoonstelling en ik beschrijf wat ik daar zie. Waarbij ik me kan voorstellen dat je strenger bent in een moreel oordeel dan wanneer het formele kritiek betreft. In korte recensies is het overigens voor een kunstenaar moeilijker om er inhoudelijk belang uit te halen. Een doelstelling is natuurlijk toch, hoop ik, om iets te analyseren op zo’n manier dat ook de kunstenaar er baat bij heeft. Ik weet niet of dat kan in die beperkte ruimte.

Het onderzoek van Jan Hoek ging vooral over de gevolgen van de externe waardering, een benadering die lijkt aan te sluiten bij een onderzoekspresentatie afgelopen maand van Monika Kackovic, econoom bij de UvA. Zij promoveerde vanuit economisch perspectief op hoe externe waardering van belang is bij het succes van kunstenaars. Haar conclusie is dat maatschappelijk succes afhangt van externe factoren zoals een gerenommeerde galerie, expositie, recensies. Die drie samen werken beter, dan bijvoorbeeld drie exposities of een expositie met drie recensies.

Dus in hoeverre heeft kunstjournalistiek in plaats van een inhoudelijke nu meer een economische betekenis gekregen? Is ze iets geworden dat vooral gevolgen heeft voor een cv? Misschien, bedacht ik me na de talkshow met Jan Hoek, zijn wij als schrijvende pers meer en meer onderdeel geworden van de kunstmarkt – zoals ook kunstenaars daar toenemend onderdeel van zijn geworden. Waren veel kunstenaars in de jaren zeventig gemotiveerd door idealisme en bleven ze weg van commercie, nu is een maatschappelijk-economisch idee van succes veel meer leidend geworden. Die opvatting over succes, daar spelen wij ook een rol in.

Ook heeft kunstkritiek op een andere manier invloed op het succes van het kunstenaarschap, doordat kunstenaars zelf veel taliger zijn geworden. Ze bedienen zich van teksten om hun werk mee te versterken. Dat die kunsttaal zo veel verder is gekomen dan de kunstpagina’s in de krant of een tijdschrift is in zekere zin een succesverhaal: het gaat om de emancipatie van de kunstenaar en om de toegankelijkheid van de kunst. De kunstenaar verwoordt wat hij vindt en denkt, net zoals de rest van de mensheid dat ook in toenemende mate doet. Dat mensen zich een mening vormen en niet meer klakkeloos aannemen wat iemand in de krant schrijft, betekent dat ze de kunst omarmd hebben zoals dat vorige eeuw zo’n groot streven was. Als je ergens van houdt, mag je er ook een mening over hebben. Dat is een devaluatie van het oordeel van de recensent, maar het is ook winst.

Sandra Smets is kunstcriticus bij NRC Handelsblad. Zij schreef dit essay naar aanleiding van de AICA Salon "Ik schrijf alleen over iets dat ik goed vind" (28-11-16), waar zij te gast was en in gesprek ging met Arjan Reinders over de gevolgen van de zogenoemde één-ster-recensie.

AICA SALON – “Ik schrijf alleen over iets dat ik goed vind” met Sandra Smets

Maandag 28 november
Locatie: Arti et Amicitiae, Rokin 112, Amsterdam
Aanvang: 18 uur
toegang gratis

AICA Nederland nodigt u van harte uit voor de AICA Salon in Arti et Amicitiae op 28 november 2016, de tweede in een reeks informele, levendige ontmoetingsbijeenkomsten voor AICA-­leden.

Tijdens de AICA Salons houdt een AICA‐lid of gastspreker een prikkelende presentatie over een actueel onderwerp en is er volop ruimte voor discussie. Aansluitend is er een borrel en kan er gedineerd worden in de sociëteit (beide op eigen kosten, normaal alleen mogelijk voor Arti‐leden).

schermafbeelding-2016-11-17-om-10-42-07Sandra Smets, kunstcriticus bij NRC Handelsblad, is gastspreker tijdens de tweede AICA Salon. Smets schreef eind juli een zogenoemde één-ster‐recensie over een tentoonstelling van kunstenaar Jan Hoek in Stedelijk Museum Schiedam. Daarmee deed ze ongewild behoorlijk wat stof opwaaien. Zo kwam de betreffende kunstenaar in het verweer door het fenomeen ‘één‐ster‐recensie’ te onderzoeken in een column voor online magazine Vice.

Arjan Reinders (AICA bestuurslid) gaat met Smets in gesprek over o.a. de onafhankelijkheid van de criticus in tijden van Facebook en likes, over waarom er zo weinig negatieve recensies over kunst verschijnen, en over de vraag of het goed zou zijn als dat vaker zou gebeuren, voor de kunst maar ook voor de kunstkritiek. Wees welkom en praat mee!

Programma AICA Salon:
Inloop: 17.30 uur
Aanvang: 18 uur
Borrel: 18.45 uur
Diner: 19.30 uur

Laudatory speech by Saskia Bos on occasion of the AICA Netherlands Award ceremony to the Rijksakademie

img_2578
Saskia Bos giving her laudatory speech at the Rijksakademie

Amsterdam, October 21, 2016

Ladies and gentlemen, dear colleagues,

Visual artist and musician John Cage once said: 'You can fool the fans but not the players.'

How extraordinary for AICA Nederland not to choose a curator, critic or museum, but a post-graduate institute for visual arts and – besides nominating Witte de With and an activity such as Art Rotterdam – to grant the AICA Award 2016 to the Rijksakademie van Beeldende Kunsten. I hereby congratulate you wholeheartedly.

It's understandable AICA wanted somebody with a background in contemporary visual arts and art education for this laudation, so I'm honoured to accept the invitation to praise the Rijksakademie. After having led Arts Centre De Appel in Amsterdam for 21 years and being Dean of Cooper Union's School of Art in New York for 11 years, this gives me the opportunity to say something about the value and place of art education in society, and about the importance of artists who offer other artists guidance. Again I quote Cage on art education: 'Nothing is a mistake. There is no win and no fail. There is only make.' Read more

Genomineerden Prijs voor Jonge Kunstkritiek 2016

pjkk3regelsAICA Nederland feliciteert de genomineerden van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016, een stimuleringsprijs voor een nieuwe generatie critici en essayisten uit het Nederlands taalgebied, die schrijft over hedendaagse beeldende kunst.

Recensie: Sébastien Hendrickx, Julia Mullié en Brenda Tempelaar
Essay: Laurie Cluitmans, Nele Wynants en Sophia Zürcher

Feestelijke prijsuitreiking, 16 december,  M HKA- Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen
Tijdens de feestelijke prijsuitreiking op vrijdag 16 december a.s. worden de winnaars van de categorieën Recensie (hoofdprijs €2.500 en mentorschap van Sandra Smallenburg, kunstredacteur bij NRC Handelsblad) en Essay (hoofdprijs €2.500 en mentorschap van Sven Lütticken, kunstcriticus en -historicus) gepresenteerd in het M HKA – Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen. De uitreiking gaat om 16:30 uur van start, inloop 16:15 uur. Aansluitende borrel in het MuHKAFE tot ca. 20:00 uur.

In de categorie innovatieve kritiek wordt geen hoofdprijs toegekend, aangezien de jury geen afzonderlijke winnaar kon aanwijzen die voldoende aan alle kwaliteitseisen voldeed. Er zullen twee stimuleringsprijzen worden uitgereikt aan deelnemers die op de uitreiking worden bekendgemaakt.

Reserveren voor de uitreiking is verplicht.
Stuur een e-mail met uw volledige naam, e-mailadres en telefoonnummer naar info@jongekunstkritiek.net onder vermelding van ‘Uitreiking Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 16 december 2016 @M HKA’.

De jury van de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek 2016 staat voor deze vijfde editie opnieuw onder voorzitterschap van Sandra Smallenburg (kunstredacteur bij NRC Handelsblad) en bestaat verder uit Jan Postma (kunstcriticus en -redacteur bij De Groene Amsterdammer, voormalig hoofdredacteur van Hard//Hoofd), Wouter Hillaert (freelance criticus en podiumredacteur bij Rekto:Verso), Max Bruinsma (onafhankelijk design- en kunstcriticus), Anne Ruygt (freelance kunsthistoricus en curator) en Dave Mestdach (filmcriticus Knack Focus). De prijs is een initiatief van de Appel arts centre Amsterdam, Witte de With Center for Contemporary Art Rotterdam en het Mondriaan Fonds, in samenwerking met Stedelijk Museum Amsterdam, STUK – Huis voor Dans, Beeld en Geluid Leuven, M HKA – Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen en Van Abbemuseum Eindhoven.

In memoriam: Lili Couvée-Jampoller

Ter nagedachtenis aan ons ere-lid Lili Couvée-Jampoller, die op de eerbiedwaardige leeftijd van 101 jaar op 25 oktober jl. overleden is, publiceren wij hierbij graag de tekst die Antje von Graevenitz uitsprak bij de crematie van Lili Couvée-Jampoller in de Nieuwe Ooster, op 1 november 2016.

lili-j-c-n-korteweg-2009
Lili Jampoller met schilderij, 2009. Foto: Neel Korteweg

"In Lili’s woonkamer ontdekte ik aan de muur een beeldje van twee in elkaar grijpende handen, een liefdevol gebaar, heel sprekend en gevoelig in zijn eenvoud. Het werkje van de kunstenaar Masuda Manabu is van gebogen metaaldraad. Tussen de vele kunstwerken bij haar thuis moet dit beeldje veel voor haar hebben betekend, want in de gang plakte ze een foto op de boekenkast, waarop ze zelf staat terwijl ze door deze handen kijkt. Het lijkt, alsof iemand even bij zichzelf stilstaat, de handen gesloten. Iemand die zelf afwezig is, er misschien niet meer is. Dit werk van Manabu ontstond naar aanleiding van het toneelstuk „The Hidden Trees“ van Betsy Torenbosch dat in 2008 in Den Haag werd opgevoerd. Hierin wordt o.a. het leven van Lili Jampoller geschetst.Toen ik dit hoorde begreep ik dat de twee handen symbool staan voor herinneringen. Volgens mij staan ze ook symbool voor wat er vandaag gebeurt, we willen ons Lili herinneren. Wat mij betreft vooral Lili als kunsthistorisch auteur, samensteller van een tentoonstelling en als lid van de AICA en de SEC.

Read more

Beeldverslag AICA Oorkonde 2016

Afgelopen vrijdag werd de AICA Oorkonde 2016 uitgereikt aan de Els van Odijk, directeur van de Rijksakademie der Beeldende Kunsten. Hierbij een impressie van de feestelijke bijeenkomst. De laudatio van Saskia Bos is hier na te lezen.

AICA Nederland dankt de Rijksakademie voor hun gastvrijheid, Warsteiner voor het leveren van de verfrissende biertjes en alle leden die hebben gestemd op de nominaties van hun voorkeur.

Fotografie: Marguerite Nolan

img_2496
De AICA oorkonde. Ontwerp: mannschaft
img_2578
Laudatio door Saskia Bos
img_2598
Voorlezing juryrapport door Stefan Kuiper
img_2615
AICA voorzitter Robert-Jan Muller reikt de Oorkonde 2016 uit aan Els van Odijk, directeur van de Rijksakademie

img_2709 img_2740 img_2756

img_2856
V.l.n.r. Robert-Jan Muller, Stefan Kuiper, Marina de Vries, Anneke Oele, Els van Odijk