Marijke van Warmerdam: Catch, 1999. Kleurenfoto, di-bond, plexiglas.(courtesy Marijke van Warmerdam, The Fruitmarket Gallery)
Tijdens de kunstbeurs Art Rotterdam 2008 hield Janneke Wesseling, kunstcriticus voor NRC Handelsblad, een lezing over het voorgenomen restrictieve kunstenaarsbeleid van het fonds BKVB en de Mondriaan Stichting. Subsidie aan kunstenaars is volgens Wesseling noodzakelijk voor het doorbreken op internationaal niveau, zowel in musea als op de vrije markt. 'Het geringe vertrouwen in de eigen kunstenaars van Ter Braak en Luiten berokkent de kunstenaars en ook hun eigen fondsen schade'
door Janneke Wesseling
Hedendaagse kunst is, internationaal bezien, populairder dan ooit. De kunstmarkt bevindt zich sinds een jaar of vijf in een ongekende hausse. Vooral jonge kunstenaars doen het goed. Ook met de musea gaat het goed: er komen nog steeds nieuwe bij, en bezoekersaantallen blijven stijgen. In Nederland is de stemming minder euforisch. Weliswaar vertonen ook onze musea stijgende bezoekcijfers, maar verder lijkt er niet veel positiefs te melden. Het geklaag is tenminste niet van de lucht. Het begon met de publicatie, vorig jaar, van de bundel Second Opinion, over beeldende kunstsubsidie in Nederland. Volgens de directeuren van de twee belangrijkste subsidiefondsen, Lex ter Braak van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst en Gitta Luiten van de Mondriaanstichting, bevordert het Nederlandse subsidiebeleid middelmatige kunst en ontbreekt het kunstenaars aan de prikkel om aansluiting te zoeken bij de maatschappij. Anderen menen, zo blijkt uit het debat dat op de publicatie volgde, dat de Nederlandse kunstwereld in zichzelf gekeerd is en zich in een isolement bevindt ten opzichte van het buitenland.
Read more
U moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.