THE OLD BRAND NEW door Edna van Duyn

[photopress:tsjernobyl_1_2_3.jpg,full,alignleft]

 

 

 

Donderdagavond 21 juni jl. werd in Amsterdam de eerste lezing gehouden in de serie The Old Brand New door Bazon Brock en Tim Etchells/Adrian Heathfield. Een verslag van deze avond werd speciaal voor de AICA site geschreven door Edna van Duyn.

‘Wären wir darauf angewiesen, uns selbst und die Welt, in der wir leben, verstehen zu müssen, bevor wir auch nur einen Lichtschalter betätigen, säßen wir für immer im Dunkeln.’ ‘Je weniger die Realität unseren Idealen entspricht, desto stärker mach sich diese Ideale bemerkbar. Alle Versuche, sie in Staaten, persönlichen Beziehungen oder Werken zu verwirklichen, hatten katastrophale Folgen.’

Bovenstaande teksten kwamen uit de gelukskoekjes die Bazon Brock aan het publiek liet uitdelen door Nicole Straatman bij het begin van zijn lezing. Circa 150 man was in de Amsterdamse Stadsschouwburg verzameld om zich een avond te laven aan vragen en antwoorden over kunst. De eerste bijeenkomst van de serie THE OLD BRAND NEW ging over Why art? en werd door geen enkel kunstwerk geïllustreerd. Brock die zich dan ook een ‘Künstler ohne Werk’ noemt, is in staat met een soort Beuysiaanse signatuur (“Jeder Mensch ist ein Künstler”) begrippen tot leven te wekken en de toehoorders in zijn levenslange gedachtenstroom en reflectie te laten delen. Binnen een samenleving waarin iedereen gespecialiseerd is, is uiteindelijk iedereen onwetend, idioot.  Religieuze, wetenschappelijke en politieke autoriteiten hebben hun gezag sinds de Renaissance verloren, en daarom is het zaak dat elk individu zijn eigen autoriteit en daarmee auteur van zijn leven wordt. Dit is ook de kracht en het vermogen van kunst, het tot leven brengen van materie, maar impliceert een ethische component. Bovendien reikt de verantwoordelijkheid verder dan een individuele beslissing (Brock noemde 1986 Tsjernobyl als het moment waarin het individu moet kiezen wat hij eet) in een historisch bewustzijn. Aan de hand van de term La Presenza del Passato die herinnerde aan de Architectuur tentoonstelling op de Biennale di Venezia in 1980, refereerde Brock aan het vermogen van de maker om het nieuwe, ongekende te creëren door het verleden en de geschiedenis te kennen. Traditie is onontbeerlijk, al is het maar om zich tegen af te zetten. Brock waardeert kunst als een wetenschap waarin problemen aan de orde gesteld worden, die dicht bij het individu liggen, en die een maakbaarheid van ieders eigen leven veronderstelt. [photopress:iggy_1_2.jpg,full,alignleft] Tim Etchells en Adrian Heathfield hadden afgesproken hun deel van de avond te ensceneren alsof ze spontaan op het podium waren uitgenodigd over kunst te praten. Een weinig sofistische benadering die de ‘dialoog’ niet spetterend maakte en zich niet stoorde aan theatrale regels. Op het gevaar af van een ‘parlage automatique’ en de vraagstelling welk voordeel het kan hebben als een spreker doet alsof hij de vraag ‘Why art?’ voor het eerst hoort, bedenktijd nodig heeft en à l’improviste antwoord geeft, volgden toch onvermijdelijk de drie grote onderwerpen waartoe kunst, van menselijke oorsprong immers, zich altijd weer moet verhouden: Lijden, Liefde en Leven. Het Stendhal-syndroom kwam anoniem naar voren in de extatische vervoering die Etchells bij Iggy Pop had ondergaan en waarbij het getekende jongehondenlichaam van de popzanger leidde tot de vraag of kunst het Lijden exploiteert. Verlies, opoffering van het individu ten behoeve van de Ander, ontpopte zich als vergelijking met Liefde: ook daarin is de overgave, het bekende falling in love als in een kuil waaruit niet makkelijk terug te krabbelen is naar het oorspronkelijke Leven, essentieel. In kunst schuilt de potentie waarden en grenzen van het leven te onderzoeken. Of kunst gelukkig maakt, of je beter of slechter doet voelen, kon Etchells niet meer onderscheiden omdat kunst, cultuur, sinds de 20ste eeuw zo’n onlosmakelijk deel van het leven is geworden. Als kunst iets in een individu kan ontwikkelen, is het wel verdraagzaamheid en empathie met de kunstminnende medemens, in welke discipline dan ook. De toehoorders leken de basisvraag waarom kunst nodig zou zijn, in hun beleving eigenlijk allang gepasseerd te zijn. De indruk ontstond dat kunst een broodnodig onderdeel van hun leven is en daarom was deze avond geen theatervoorstelling nodig.