Kijken, kijken, niet kopen

Het was even anders flaneren door de Amsterdamse P.C. Hooftstraat (kortweg 'de PC') dan gewoonlijk. Naar aanleiding van de rellen op het museumplein en elders in het land werd op 26 januari het 'wat als'-scenario in gang gezet.

Om te voorkomen dat hun winkel het volgende strijdtoneel van de avondklokrellen zouden worden, vroegen verschillende winkeleigenaren aannemers hun gevel op te meten. Diezelfde dag nog staken tientallen timmerlieden de handen uit de mouwen en aan het einde van de dag waren ongeveer de helft van alle winkelruiten betimmerd. Niet eerder verspreidde een trend zich zo snel door deze straat.

Alle foto's zijn genomen in de PC Hooftstraat, door de auteur

Etalages zijn het visitekaartje van een winkel. Om de voorbijganger naar binnen te lokken en tot een aankoop te verleiden worden met regelmaat nieuwe voorstellingen gepresenteerd, maar afgelopen maand dus even niet; mensen moesten nu juist met man en macht buiten worden gehouden.

Naast houten panelen werden in eerste instantie ook andere middelen ingezet om bescherming te bieden tegen mogelijke plunderingen: de peperdure glazen façade van de modewinkel Hermès werd gebarricadeerd met op elkaar gestapelde zeecontainers en voor de gevel van Louis Vuitton werd een muur van enorme betonblokken opgetrokken. De winkel kreeg hierdoor gekscherend de bijnaam Louis Beton en P.C. Hooftstraat werd voor even P.C. Houtstraat. Niet sjiek.

Nu de blinkende ruiten niet langer de aandacht opeisten, moesten de PC-bezoekers zelf bepalen waar zij hun ogen op wilden richten.

Wanneer het over de PC gaat, gaat het alleen over een gedeelte van de straat. Tussen de Hobbemastraat en de Van Baerlestraat bevindt zich een wereld die losgezongen is van de rest van de stad: een wereld van overdaad aan luxe; van pronken en dromen; van kijken, kijken en (voor steeds meer mensen; van nooit kunnen) kopen.

In de stad kan een mens opgaan in de massa, maar in de P.C. Hooftstraat passeert niemand onopgemerkt de revue. Wie voet zet in de PC wordt automatisch deelgenoot gemaakt van haar driehonderd meter lange toneel en zal zich ertoe moeten verhouden. De straat is als een theater waarin bezoekers zowel toeschouwer zijn als acteur en waar de regie wordt gevoerd door de ondernemers. Maar dat is niet altijd zo geweest.

In 1876 werd de straat vernoemd naar historicus, dichter en toneelschrijver Pieter Corneliszoon Hooft. De PC heeft niet altijd de rol van meest luxueuze winkelstraat van Nederland vertolkt, het is slechts een van de vele actes die er in de loop van zijn bestaan zijn opgevoerd.

Eind negentiende eeuw, toen bezoekers nog geen flanerende potentiële kopers waren, maar bewoners, was de straat een chique woonstraat met hier en daar een buurtwinkel.

Pas eind jaren zestig vestigden de eerste grote modemerken zich in de straat. Met de komst van winkelend publiek en ondernemers die vooral handelen uit eigenbelang verdween langzaamaan het buurtgevoel.

De kloof tussen 'binnen' en 'buiten' de PC werd steeds groter en daarmee haar 'theater' eigenzinniger. Zo fungeerde de straat in 2006 als catwalk voor de Glamour Stiletto Run; van 2007 tot en met 2009 als decor voor de televisieserie Bij Ons in de PC; en op 22 oktober 2016 als achtergrond voor een CETA-protest. Daar waar vroeger een paardentram reed, reden tijdens het protest, begeleid door 8.000 demonstranten, een aantal boeren op tractoren. De locatie was een bewuste keuze: het schrille contrast tussen de realiteit van de boeren en luxe vrijetijdsbesteding versterkte de boodschap van de boeren en bevestigde eveneens de chique status van de PC.

Als de straat een theater is, dan bepaalt onder andere het weer, je route, humeur en culturele achtergrond welk stuk daar speelt. Maar doordat de winkels in de PC alleen het thema 'luxe' kennen kan zich daar geen echt verhaal ontwikkelen.

Toch werd op 26 januari de boel een beetje opgeschud: gedreven door angst verbraken verschillende ondernemers op eigen initiatief de betovering van hun etalages. Het was alsof middenin de voorstelling de zaallichten werden aangeknipt. Leunde iemand per ongeluk tegen de lichtknop, of hoorde dit bij het spel?

Van de een op de andere dag verloor de PC haar 'functie' en daarmee de bezoekers hun rol. Die onduidelijkheid, samen met de afwezigheid van 'visuele dwang', gaf ruimte voor nieuwe mogelijkheden.

Het is 20 februari. De zon schijnt. Het Vondelpark zit gevaarlijk vol, maar in de P.C. Hooftstraat is het rustig. Wanneer ik vanaf de Van Baerlestraat de PC inloop, stap ik middenin een scène: een jongen van een jaar of dertien werpt zich zonder op of om te kijken voor een rij auto's die wachten voor rood. Hij is niet bezig met zijn omgeving, zelfs niet met zijn eigen veiligheid. In zijn handen: een Nikon spiegelreflexcamera. In zijn vizier: een blinkende, zwarte SUV, ook wel PC-Hoofttractor genoemd.

De jongen is niet alleen in zijn hobby. Zes jongens hebben zich verzameld rondom een bankje nabij het verkeerslicht en springen om beurten de straat op. Dat had ik niet gedacht! hoor ik een andere jongen even later tegen zijn carspotting-vrienden zeggen, verbaasd over het feit dat ondanks dat de winkels dicht waren nog zoveel dure auto's werden geshowd. Nu in de etalages even niets te zien was en de zweem van luxe nog niet vervlogen kwamen de paradepaardjes des te beter uit de verf.

De barricaden zijn inmiddels verwijderd, maar hoe lang is dit scenario nog houdbaar? In plaats van ons te bekommeren om 'hoe het eigenlijk heurt', is het interessanter om ons af te vragen of we akkoord gaan met de rol die ons is voorgeschreven: die van potentiële koper.

Kritiek op eentonige winkelstraten groeit dankzij de pandemie: de samenleving verandert, maar de retailsector verandert niet mee. De ingreep van de ondernemers maakte het onbedoeld mogelijk ons een invulling voor te stellen voorbij het huidige straatbeeld. En juist die tijdelijke verminking is een aanwijzing van wat belangrijk is voor een veerkrachtige stad.

Om ervoor te zorgen dat de straat bestand is tegen (plotselinge) verandering, zal er afgeweken moeten worden van het huidige script. In plaats van één dominant en vastomlijnd idee, zal er er ruimte gemaakt moeten worden voor andersoortige verhaallijnen.

Wat als we in gedachten de etalages nog even dicht laten en de dichtgetimmerde ramen beschouwen als een open uitnodiging aan de stad en haar inwoners: wat voor verhaal zou jij daar dan willen zien?

© Ylja Band

Deze tekst is geschreven in het kader van het AICA-mentorschap